De koffie die je proeft, is het resultaat van een bijzonder proces. Maar alles begint natuurlijk bij de koffieplant. Lees hier het hele verhaal.
Eigenlijk zijn er twee koffiesoorten: Arabica en Robusta. Het verschil zit ’m in de plant. De Arabica plant groeit tussen de 800 en 1800 meter hoog. De Robusta plant vinden we een stuk lager, tussen de 200 en 800 meter hoog. Als natuurlijke bescherming tegen parasieten en ziekten, maakt een koffieplant cafeïne aan. Omdat de Arabica plant zo hoog groeit, heeft die daar minder last van, waardoor deze minder cafeïne nodig heeft dan de Robusta. Arabica koffiebonen hebben een milde, aromatische smaak. De Robusta is juist iets pittiger en sterker.
Een koffieplant moet even op gang komen. Na drie jaar is de plant volgroeid en volgt de eerste bloei. Twee jaar later levert de koffiestruik een behoorlijke oogst op. Het rijpen duurt bij Arabica koffiebessen zes tot acht maanden. Bij Robusta bessen negen tot elf. Per jaar kan daarom maar één keer geoogst worden. Is er een groot verschil tussen het natte en droge seizoen, zoals in Colombia en Kenia, dan kan een plant tweemaal per jaar bloeien. Zijn de koffiebessen mooi rood van kleur, dan worden ze geplukt.
Na de oogst volgt het drogen. De oudste en eenvoudigste techniek is de droge behandeling. Nadat de oogst is ontdaan van bladeren, stenen en zand, worden ze op een grote vlakte gelegd. Na 5 tot 20 dagen ’zonnen’ zijn ze perfect droog. De natte methode kent wat meer stappen. Eerst worden onzuiverheden weggevoerd via stromend water. De schone koffiebessen gaan de pulper in, die het vruchtvlees van de bessen verwijdert. Om het laatste vruchtvlees los te weken, moeten ze nog 1 of 2 dagen gisten. Daarna mogen ze de zon in om te drogen.
Na het drogen, worden de koffiebonen gepoetst, op grootte gesorteerd en beoordeeld op kwaliteit. Krijgt een koffieboon 80 punten of meer? Dan mogen we dit specialty koffie noemen. Onze experts proeven en ’cuppen’ de koffies het hele jaar door. Zo blijft de smaak en kwaliteit constant.
Door de selectie hebben alle koffiebonen hetzelfde formaat. Zo kunnen we gelijkmatig branden. Altijd in kleine hoeveelheden, zodat de koffiebonen alle ruimte hebben om in de hitte te bewegen. De smaak wordt bepaald door het soort koffiebonen, de afmeting van de brander en de afstelling. Het brandprofiel – de duur van het branden én de ingestelde temperatuur – zorgt voor een eigen en unieke smaak van elke melange.
Na het branden, laten we de koffiebonen 48 uur rusten. Daarna mogen ze de verpakking in. Licht- en luchtdicht zodat smaak en aroma perfect blijven. Als je goed kijkt, zie je wel een klein eenrichtingsventiel in de verpakking. Die zit er in omdat er altijd nog wat gassen vrijkomen. Uiterlijk 2 weken na het verpakken, bezorgt onze eigen chauffeur de koffie. Altijd perfect vers.